Geschiedenis

Geschiedenis

De tuinwijk, een kind van de jaren 1920.



Aan de tuinwijkgedachte ligt een dubbele evolutie ten grondslag. Enerzijds streefde men bij de wederopbouw van de steden na WO1 vooral naar het herstel van het vooroorlogse stadsbeeld. Anderzijds werd de regeling van de oorlogsschade aangevuld met een belangrijke nieuwe maatregel: de oprichting van de "Nationale Maatschappij voor Goedkope Woningen". Het voorstel was erop gericht het aanbod van arbeiderswoningen te vergroten, zonder aangewezen te zijn op privé-investeerders. In Leuven zou de maatschappij "De Goede Haard" al vlug op dit aanbod inspelen.


Het nieuwe woonmilieu moest van een kwalitatief hoogstaand niveau zijn, symbool voor de ontvoogding van de arbeider. Een tuinstad naar engels model kwam er nooit. Alles bleef beperkt tot kleine tuinwijken als een soort uitloper van de ontsluitingsassen van de stad.

De tuinwijk 'Batavia' in Roeselare (1919) is de eerste van het land. De bekendste tuinwijk is wellicht de 'Cité Le Logis-Floréal' in Watermaal-Bosvoorde. Voor ons is en blijft Matadi echter de belangrijkste. In onze wijk werden overwegend de vormelijke elementen uit de tuinwijkesthetiek gehanteerd.


OUR LOCATION

Van 'Perkveld' tot 'Matadi': het ontstaan van de wijk.


De eerste officiële vermelding van onze wijk vinden we terug in de notulen van de gemeenteraadszitting van 24 juli 1922 van de gemeente Heverlee. Het terrein 'Perkveld' werd aangekocht tegen 4,5 frank de vierkante meter. Het valt op dat de huidige Paul Van Ostayenlaan toen Heuvelstraat heette: de toenmalige inwoners van Park noemden deze straat evenwel 'de lijkweg', omdat hierlangs de lijkwagens vanuit de Sint-Kwintenskerk naar de stedelijke begraafplaats reden, een gebruik dat eindigde met de aanleg van 'het oefenplein' (nu de Philipssite).



De huizen zouden als paddestoelen uit de grond schieten: op 11 maanden tijd werden niet minder dan 105 huizen woonklaar gemaakt! Deze snelle start werd mogelijk gemaakt door een gedegen voorbereiding. Het grote publiek werd van de oprichting van De Goede Haard op de hoogte gebracht door een uitgebreid artikel in het 'Supplement du Journal des Petites Affiches' van 15 januari 1922, terwijl de geïnteresseerden minder dan 4 maanden later (en dus 5 maanden voor de officiële goedkeuring) een tentoonstelling konden bezichtigen. De gebroeders Jotthier, Leuvenaars en zonen van een professor in de beeldhouwkunst, stelden 'Au Café des Boulevards, a la porte de Parc extérieure' hun plannen tentoon.




De huizen werden opgebouwd volgens 9 verschillende types. De huurprijs bedroeg aanvankelijk 76 à 85,50 frank per maand. Alle huizen waren voorzien van water en gas en er was ruimte voor een badkamer die niet was geïnstalleerd. Sommige kamers waren met electrische verlichting uitgerust, andere waren nog bestemd voor gaslicht omdat de stroom nog vaak uitviel. Vrij spoedig werden er langsheen de Zegelaan boompjes aangeplant, hetgeen een tijd geleden werd gereconstrueerd.

De slag van Matadi


Op 26 februari 1926 was onze wijk het toneel van een studentenstrijd. Aan de éne kant Waalse studenten, opgezweept door Pierre Nothomb, die voor de Waalse studenten in Leuven kwam spreken over het fascisme in Italië. Aan de andere kant de Vlaamse studenten, vooral de Westvlaamse Gilde, geholpen door socialistische arbeiders.
Het conflict is vereeuwigd in een studentenlied dat de dag van vandaag nog steeds in de studentencodex staat.

Eén van de oprichters van de samenwerkende vennootschap had in het Congolese Matadi gewoond. De huizen met hun wit-, groen- en roodbeschilderde luiken deden hem denken aan sommige cités in de voormalige kolonie (de luikjes werden in de jaren 1930 door 'De Goede Haard' weggehaald om de onderhoudskosten te drukken). Er waren ook andere punten van overeenkomst met de grote havenstad Matadi net onder de evenaar: beiden rezen op een woest heuvelachtig stuk als paddestoelen uit de grond. Het woord Matadi betekent "steen" in het Kikongo, de lokale taal. Vandaag wordt er met de naam 'Matadi' gepronkt: hij staat voor een rustige en gezellige woonomgeving, binnen loopafstand van het stadscentrum.

Wil je méér weten over Matadi in Congo?

(klik hier.)


In de tekst komen een aantal typische woorden uit de (Leuvense) studententaal voor. Een “pandoer” is een agent. “Laberatie” komt van “laberen”, wat “zich als een laber (studentikoze dronkaard) gedragen” betekent. En “pieren” is braken als gevolg van het vele drinken.Hierhoor je een versie van het lied.

Op 4 oktober 1958 (bij het 35-jarig bestaan van de wijk) werd de Mariakapel ingewijd, dit nadat men zich gedurende 2 jaar had beholpen met een tot gebedsruimte omgebouwde schrijnwerkerij aan het begin van de toenmalige Guide Gezellelaan (nu Paul Van Ostayenlaan). In de loop van 1973 werd de wijk geasfalteerd.

Op vrijdag 26 en zaterdag 27 juni 1998 vond het eerste Matadiwijkfeest plaats in het Gezellepark (nu Van Ostaijenpark). Aanleiding was het 75-jarig bestaan de wijk. Sindsdien is het een jaarlijkse traditie geworden, het laatste weekend van juni.